Brabantse plattelandsgemeenten controleren onvoldoende bij veehouderijen en treden niet adequaat op tegen overtredingen.

Dat blijkt uit een steekproef van provincie Brabant.

Fijnstof
In 12 van de 15 gemeenten overtraden veehouderijen vergunningsvoorschriften zonder dat er adequaat tegen werd opgetreden. De overtredingen betroffen bijvoorbeeld een te hoge uitstoot van ammoniak en fijnstof, het in werking hebben van afwijkende stalsystemen of luchtwassers, het houden van meer dieren dan toegestaan en het ontbreken van elektronische monitoring.

Het aantal controles dat gemeenten uitvoert, is bovendien lager dan beloofd. Bij vijf gemeenten was het zelfs zeven tot dertien jaar geleden sinds de laatste controle.

Pilot
Om de controle op veehouderijen te verbeteren, heeft de provincie samen met negen gemeenten een pilotproject uitgevoerd. Daaruit blijkt dat het mogelijk is om een uniform inspectieprogramma te ontwikkelen waarmee alle veehouderijen in Brabant tussen 2018 en 2021 tenminste één keer kunnen worden gecontroleerd. Daarbij kunnen ook aanverwante aspecten als de aanwezigheid van asbest daken, leegstaande VAB’s (vrijgekomen agrarisch bedrijf) en ondermijning worden meegenomen.