
De financiële tekorten bij gemeenten zijn zo ernstig dat koepel de VNG waarschuwt voor ‘uitval van wegen of zelfs verwijderen van bruggen’. Lokale overheden zouden de onderhoudskosten voor infrastructuur de komende jaren niet kunnen opbrengen tenzij het Rijk geld bijlegt.
De VNG schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer, ter voorbereiding op een debat maandag over het Meerjarenprogramma, Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Normaal bemoeit de spreekbuis van lokale overheden zich niet met dat jaarlijks terugkerende notaoverleg. ‘Dit keer is het anders omdat gemeenten financieel het water aan de lippen staat en dit grote gevolgen heeft voor de lokale infrastructuur, waar nu geen aandacht voor is vanuit het Rijk.’
Bedreiging bereikbaarheid
Naast nieuwe projecten is er een ‘grote onderhoudsopgave’. VNG: ‘Gemeenten hebben onvoldoende financiële middelen om de bereikbaarheid in stand te houden.’ Ook het kabinet spreekt over de grootste instandhoudingsopgave ooit, benadrukken de gemeenten. ‘Er is echter geen extra geld gereserveerd voor het beheer en onderhoud van gemeentelijke infrastructuur, die ongeveer 80 procent van het totale areaal beslaat.’
Een landelijke prognose van onderzoeksbureau TNO laat zien dat de jaarlijkse kosten voor vervanging en
renovatie van infrastructuur de komende decennia verder blijven stijgen: van 1,1 miljard euro in 2021, naar 2,4 miljard dit jaar, naar uiteindelijk 3,7 miljard per jaar. ‘Gemeenten staan liefst voor circa 55 procent van de kostenopgave, terwijl de financiën al zwaar onder druk staan.’
Ontmanteling infrastructuur
Als het Rijk niet de financiële middelen levert, dan dreigt op termijn de sluiting of het ontmantelen van infrastructuur, aldus de VNG: ‘Het uitblijven van investeringen in gemeentelijke infrastructuur zal op termijn gaan zorgen voor uitval van wegen of zelfs het verwijderen van bruggen omdat de onderhoudskosten te hoog zijn.’ Daarbij verwijst de gemeentekoepel naar het Groningse Pekela, waar daadwerkelijk bruggen verdwijnen vanwege gemeentelijk geldgebrek.
Gemeenten willen betrokken worden bij het ruimtelijke meerjarenprogramma waar de Tweede Kamer over spreekt. ‘Het MIRT-proces is voor veel gemeenten nog een “black box”. Met name voor kleinere gemeenten is het lastig om goed aangehaakt te zijn. Zet in om ook het geluid van kleinere gemeenten een plek te geven richting de MIRT-gesprekken.’
Bovendien zouden hoge drempelbedragen en bureaucratische rompslomp van het programma moeten verdwijnen. ‘Hierdoor blijven momenteel veel belangrijke en kansrijke projecten achterwege.’
Belachelijk is het. Dat gemeenten meer taken krijgen en minder geld is onbestaanbaar. Het rijk posteert zich als grote tegenstander en zelfs vijand van gemeentes en bevolking.
De schade die dit oplevert zal in de nabije toekomst al enorm veel kosten opleveren. Hebben we dit dan nog steeds niet door?
Voorbeeld: toen bibliotheken gesloten werden als bezuiniging zeiden verstandige partijen al dat er later een rekening zou komen voor het her-opbouwen van deze belangrijke service. Een rekening die vele malen hoger zou zijn dan de “bezuinigingen”.
Voor dit soort “bezuinigingen” zou een ander woord moeten bestaan. Een woord dat aangeeft dat het een tijdelijke besparing betreft die in de toekomst veel zal kosten. In kennis, geld en toekomstperpectief. Een lening met woekerrente dus. En slechts een sufferd kiest daarvoor.