
Mensen die de stap naar een koopwoning in dure regio’s niet kunnen maken, stellen het krijgen van kinderen vaker uit. Daarentegen krijgen vrouwen die al in een koophuis wonen juist iets vaker een kind als de huizenprijzen in hun regio hoger liggen.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Hoe hoger de woningprijzen in de regio zijn, hoe minder kinderen mensen krijgen, is een van de belangrijkste bevindingen. Daarnaast geldt dat hoe harder de woningprijzen in de regio gestegen zijn ten opzichte van de landelijke stijging, hoe minder kinderen ze krijgen.
Woningbezit versus huur
Een stijging van de regionale woningprijzen met 100 duizend euro hangt samen met een daling in de kans op een kind van 3,1 procent, concluderen de onderzoekers. Deels komt dit doordat de kans om een kind te krijgen kleiner is onder huurders in duurdere woningmarktregio’s. Ook komt dit doordat jonge mensen in duurdere regio’s minder vaak een huis bezitten, terwijl woningbezit juist samenhangt met een hogere kans op geboorte.
Grote regionale verschillen
Binnen Nederland zijn er grote verschillen in huizenprijzen. Zo was de gemiddelde verkoopprijs van een huis in het eerste kwartaal van 2023 in de regio Groot-Amsterdam 545 duizend euro en in Zuid-Limburg 311 duizend euro. De huizenprijzen stijgen al vanaf 2014, afgezien van een kleine pas op de plaats in coronatijd toen het groeipercentage tijdelijk lager lag.
Stap naar koopwoning lastig in dure regio’s
Vooral ruime eengezinswoningen met een tuin worden als gezinsvriendelijk gezien, en dat zijn vooral koopwoningen. Door de prijsstijgingen en de krapte op de woningmarkt is het voor veel mensen moeilijker om zo’n gezinswoning te vinden, met voor elk kind het liefst een eigen kamer. Voor huurders betekent dit ook dat het steeds lastiger om de koopwoningmarkt in te stappen en zij hebben vaak hoge woonlasten.
Het CBS toonde eerder aan dat samenwonende huurders onder de 40 jaar zonder kinderen bijna 4 keer vaker zeggen dat ze willen verhuizen maar geen woning kunnen vinden, dan wanneer ze in een koophuis wonen en een nieuwe plek zoeken. Dit onderzoek wijst er tevens op dat vrouwen in dure regio’s er minder vaak in slagen om de stap naar een koopwoning te maken, en daardoor vaker het krijgen van kinderen uitstellen.
Ongelijke kansen op gezinsvorming
Huurders worden op de woningmarkt meer belemmerd dan kopers in het vervullen van een kinderwens en dat leidt tot ongelijke lansen op gezinsvorming. Dit sluit aan bij uitkomsten uit eerder onderzoek: vrouwen zonder startkwalificatie, met een flexibel contract of met een laag inkomen krijgen steeds minder vaak een kind. Zij gaan vaak eerst op zoek naar meer inkomenszekerheid op de lange termijn. Deze eerdere studies en het onderzoek van CBS en NIDI wijzen er allemaal op dat voor vrouwen met deze kenmerken – die vaak samen voorkomen – de mogelijkheid om een gezin te stichten achterblijft.
Geef een reactie