
Staatssecretaris Nobel gaat samen met gemeenten werken aan een eenvoudiger armoedebeleid, met meer aandacht voor de positie van werkenden.
Dit schrijft de staatssecretaris in een Kamerbrief. Het Nationaal Programma Armoede en Schulden richt zich nadrukkelijk op werkenden, kinderen en jongeren. Hoewel het risico op armoede onder werkenden relatief laag is, vormen zij inmiddels een groot deel van de groep mensen in armoede. Kinderen en jongeren verdienen, ongeacht de financiële situatie van hun ouders, gelijke kansen om zich te ontwikkelen.
Complex
De staatssecretaris benadrukt dat het huidige stelsel van inkomensondersteuning complex is en dat mensen vaak verdwalen in een doolhof aan regelingen. “Als je werkt moet je kunnen rondkomen. En als je het financieel moeilijk hebt, moet je ook als werkende gebruik kunnen maken van de ondersteuning die er is. Dat is nu niet zo eenvoudig.” Er zijn grote verschillen tussen gemeenten in de regelingen voor mensen die kampen met armoede en schulden. Ook voor kinderen. Dat zorgt voor ongelijkheid. Landelijke regelingen voor inkomensondersteuning zijn bovendien ingewikkeld geworden. Ongeveer tien procent vraagt toeslagen niet aan, terwijl ze daar wel recht op hebben. De staatssecretaris gaat daarom samen met gemeenten werken aan een eenvoudiger armoedebeleid, met meer aandacht voor de positie van werkenden. Ook wordt gewerkt aan een nieuw stelsel voor kinderopvangtoeslag en aan het vereenvoudigen van de Participatiewet.
Gerichte maatregelen voor preventie en hulp
Het programma organiseert de activiteiten langs vijf lijnen: het voorkomen van geldzorgen, het klein houden van kleine zorgen, het bieden van hulp als het tegenzit, het vergroten van grip en overzicht, en het bieden van perspectief voor de toekomst. Zo worden campagnes uitgebreid om werkenden te attenderen op hun rechten en wordt de samenwerking met werkgevers, scholen en zorgprofessionals versterkt om geldzorgen sneller te signaleren. Gemeenten gaan samen met de Belastingdienst en Dienst Toeslagen experimenteren met het delen van signalen over betalingsachterstanden, zodat hulp eerder kan worden geboden.
Voor kinderen en jongeren blijft het kabinet inzetten op financiële educatie op scholen en campagnes over de risico’s van achteraf betalen en online gokken. De helft van de mensen in armoede of met problematische schulden heeft kinderen; het kabinet wil deze kinderen betere kansen bieden en de vicieuze cirkel van armoede doorbreken. Hiervoor wordt onder andere samengewerkt met landelijke armoedepartijen en wordt ingezet op schoolmaaltijden en participatie.
Schuldhulpverlening
Het programma bevat verder maatregelen om problematische schulden terug te dringen, zoals de landelijke pauzeknop schulden, waardoor oplopende schulden tijdelijk stopgezet kunnen worden, en de basisdienstverlening schuldhulpverlening, zodat in elke gemeente dezelfde snelle en goede hulp beschikbaar is. Gerechtsdeurwaarders krijgen een zorgplicht en zowel publieke als private schuldeisers gaan socialer incasseren. Ook komt er één afbetalingsplan en een (digitaal) loket voor overheidsincasso. Daarnaast moeten zelfstandig ondernemers sneller op de radar komen van de gemeente bij beginnende schulden. De gemeente kan dan hulp bieden voordat de schulden problematisch worden. Deze zomer starten gemeenten, de Belastingdienst en Dienst Toeslagen een proef waarbij gegevens worden gedeeld om schulden sneller op te kunnen sporen zodat hulp actief kan worden aangeboden. De staatssecretaris wijst erop dat nazorg is opgenomen in de definitie van schuldhulpverlening in de Wet
gemeentelijke schuldhulpverlening. Gemeenten hebben hierdoor de wettelijke plicht om een vorm van nazorg te bieden. Het is aan de gemeente hoe hier invulling aan wordt gegeven.
Geef een reactie